In de nacht van 29 op 30 december 1880 vond in Nieuwkuijk een grote ramp plaats. De dijk brak door vanwege een storm en hoog water en het hele dorp kwam onder water te staan door een gat van 150 meter. Veel boerderijen waren helemaal verwoest en ook voor de landbouw was er veel schade. Honderden Nieuwkuijkers zaten zonder onderdak en moesten worden opgevangen in Drunen en Vlijmen, maar ook in Tilburg en Utrecht. Pas anderhalve maand later kon begonnen worden met het herstel.
Door de overstroming is de Nieuwkuijkse Wiel ontstaan. Het water is 10 tot 15 meter diep. Na de tweede Wereldoorlog heeft de gemeente er een openluchtzwembad van gemaakt, waar veel Kuijkse mensen hun zwemdiploma’s hebben gehaald. Na 1980 wordt het niet meer als zwembad gebruikt.
In 1935 werd de gemeente Nieuwkuijk samengevoegd met de gemeente Vlijmen. Van 24 oktober tot 5 november 1944 diende Abdij Mariënkroon in Nieuwkuijk als schuilplaats voor ruim 1600 vluchtelingen uit Nieuwkuijk en omgeving. Nieuwkuijkers zochten
schuilplaats vanwege de hevige gevechten tijdens de opmars van de geallieerden. In de abdij werden acht oorlogsbaby’s geboren. Uit dankbaarheid werden enkele baby’s genoemd naar de oprichter van de abdij: Bernardus of Bernardina. In 2018 is door journalist Hans van den Eeden het boek ‘Thuis in de abdij’ gepubliceerd.